Zonne-energie is de energie van de zon, die door de mens technisch kan worden gebruikt. Dat kan op twee manieren: Thermische zonne-energie wekt warmte op uit zonlicht en fotovoltaïek wekt stroom op.
In principe bestaat een PV-installatie uit twee belangrijke componenten: de zonnepanelen en de inverter. De zonnepanelen worden meestal op het dak maar ook op de grond gemonteerd. Wanneer er zonlicht op valt, wordt er directe elektrische gelijkstroom opgewekt. Deze wordt via kabels naar een inverter geleid, waar de gelijkstroom wordt omgezet in wisselstroom die in huis kan worden gebruikt of aan het elektriciteitsnet kan worden teruggeleverd.
Zonnepanelen bestaan uit kleine, platte zonnecellen, meestal gemaakt van silicium. Veel zonnecellen samen vormen een zonnepaneel. Als er zonlicht op de cellen valt, wordt stroom opgewekt en naar de inverter getransporteerd. Ter vergelijking: Zonnecollectoren voor de bereiding van warm water bestaan uit kleine buizen waarin een vloeistof door zonnestralen wordt verwarmd. De hierdoor opgewekte warmte wordt gebruikt om water te verwarmen voor douchen of verwarmen.
De inverter is een essentieel onderdeel van elke PV-installatie, omdat hij de opgewekte gelijkstroom omzet in wisselstroom. Alleen deze stroom kan aan het elektriciteitsnet worden teruggeleverd of door verbruikers in een huishouden worden gebruikt. Bovendien worden alle belangrijke installatiegegevens weergegeven en opgeslagen, die bijvoorbeeld nodig zijn voor de monitoring van de opbrengsten.
Thermische zonne-energie maakt gebruik van de kracht van de zon om water te verwarmen, terwijl fotovoltaïek stroom opwekt uit zonne-energie. Maar kan water ook worden verwarmd door fotovoltaïek? Ja, met behulp van de Fronius Ohmpilot, bijvoorbeeld, kan overtollige zonne-energie worden gebruikt om verwarmingsstaven in boilers te regelen.